Het probleem van checklists en schrijftools en wat dat te maken heeft met babbelcommunicatie

Geschatte leestijd: 21 minuten, of een enkeltje Sittard - Weert.

Om maar meteen met de deur in huis te vallen: het gebruik van een checklist om beter te schrijven, maakt veel teksten helemaal niet beter. Gebruik ze dus met mate en gebruik deze alleen als je al kunt schrijven én je 100% begrijpt waar de tekst over gaat.

Wat is schrijven? Schrijven is het resultaat van helder denken. Als je niet helder kunt nadenken, kun je ook niet helder schrijven. Dit geldt voor alle mensen in het communicatievak.

Op websites en social media circuleren veel schrijftips en daar is op zich weinig mis mee. Het is nooit verkeerd om nog even te kijken of je een tekst kan verbeteren. Soms krijg je teksten van een ander waar overduidelijk iets aan moet gebeuren.

Maar sommige teksten kun je beter links laten liggen. Die kun je simpelweg niet verbeteren, want ze gaan over niks. Daaraan schaven is onzin. Dan ben je bezig met het oppervlakkig bijpunten van een tekst met slechte inhoudelijke kwaliteit. Jammer van je tijd, vervelende lectuur voor de lezer.

Babbelcontent

Content die je niet moet maken en ook niet kunt redigeren is bijvoorbeeld babbelcontent. Dat is content (meestal tekst) over een onderwerp met een onduidelijke ontstaansgeschiedenis. Twee hoofdoorzaken: het is een onderwerp waarover de schrijver heel veel weet, maar er niks over mag of kan vertellen. Of het is content, gemaakt door iemand die er juist helemaal niks van afweet.

Babbelcontent kun je met een schrijftool inhoudelijk nooit verbeteren.

Ik herken babbelcontent aan wolligheid en ledigheid. Zoals de berichten met lange, obligate quotes van bewindspersonen. Zij hebben dan zogenaamd gezegd dat er een ‘succesvolle en fijne bijeenkomst is geweest waar iedereen naar elkaar heeft geluisterd’ en ‘er veel stappen zijn gezet’. Ik zie dat gebabbel ook in teksten als: ‘hieronder vindt u een handig overzicht’, ‘we hebben alles op een rijtje gezet met alle informatie over [onderwerp x], hou deze website in de gaten voor meer informatie. Maar het is ook herkenbaar in het opdringerige communiceren, zoals ‘het verhaal van organisatie x willen vertellen’.

Soms ontstaat babbelcontent met de beste intenties bij experts en enthousiaste inhoudsdeskundigen. Hun hart is vol van het onderwerp. Ze zijn trots op een project, een plan, een nota of een regeling die in de maak is. Het is vaak resultaat van lange, taaie onderhandelingen. Niet altijd is het beleid helder, maar de opluchting dat er plannen zijn, handen ineen, stappen worden gezet, overheerst. Iemand wil dit wereldkundig maken.

Dergelijke beleidsmatige babbelcontent kun je als schrijver ook niet redigeren, omdat de tekst eigenlijk (nog) geen bestaansrecht heeft: de inhoud is vaag, bevat interne tegenstrijdigheden en de lezer kan er niets mee.

Wat je wel kunt (moet) doen als schrijver en communicator, is met dergelijke gepassioneerde inhoudsdeskundigen zo snel mogelijk in gesprek gaan. Maak de journalist in jezelf los en beluister of er iets verteld of geschreven kan worden wat nu of later relevant kan zijn.

Schrijven begint dus met helder nadenken en vragen stellen. Aan de ander, aan jezelf. Alvorens een schrijver begint met schrijven, stelt deze zichzelf vragen als: wat moet het doel zijn van de tekst? Wat weet mijn lezer over het onderwerp en hoe zijn de gevoelens? Hoe valt de tekst te midden van andere uitingen, afkomstig van anderen? Wat is de passende informatiesoort? Is niet communiceren misschien beter, bijvoorbeeld omdat het elders al (beter) gebeurt?

Iemand die hier niet over nadenkt (is dat eigenlijk wel een schrijver of communicator?) of de antwoorden negeert, gaat onwetend en – in het ergste geval – tegen beter weten in aan de slag. Kwantiteit voor kwaliteit. Misschien nog even de checklist ernaast en de B1 tool onder de knop. In deze manier van werken ontstaat dus de ‘babbelcontent’, content zonder doel. Content by the kilo.

Je kunt in deze optiek de door sommige communicatiemanagers angstvallig gescheiden werelden van ‘adviseren’ en ‘uitvoering’ niet los van elkaar zien. Want adviseren kan alleen als je ergens over nadenkt, en voor het schrijven is hetzelfde nadenkwerk vereist.

Op plekken waar tekstproductie los komt te staan van inhoudelijke kennis en het communicatiewerk, daar ontstaat Afdeling Babbelcommunicatie. Dit is ook de afdeling waar mensen met B1-tools en checklistjes in de weer gaan en waar sommigen een soort tekstpolitie lijken te zijn.

Reputatie

Is babbelcommunicatie erg? Ja. Want babbelcontent heeft wel een onbedoeld negatief effect, namelijk irritatie, ergernis en wantrouwen bij de lezer.

Babbelcommunicatie is niet zonder risico. Je leert de lezer namelijk dat de informatie er niet toe doet en dat jouw organisatie zwemt in tijd en geld om onzinnige teksten te produceren. Het straalt ook niet positief af op de communicatieafdeling van een organisatie. Het helpt ook niet als je aan tafel wil zitten bij beslissers maar druk bent met babbelcontent.

Maar het grootste probleem is dat niemand jouw organisatie (of bewindspersoon, de bestuurder) nog serieus neemt. En als je als organisatie dan echt iets wil vertellen en er een échte quote is, dan heb je alle lezers al weggejaagd.

Is deze kennis nieuw? Nee, dit is wat we al eeuwenlang doen en weten in de communicatiewetenschap.

Schrijven kost dus meer moeite als schrijven je beroep is. Een checklist gaat het werk niet opeens versimpelen als de tekst geen bestaansrecht heeft. Integendeel.

Het is daarmee taak van een schrijver, communicator, woordvoerder, adviseur om je bewindspersoon, organisatie, afzender tegen een slechte reputatie door babbelcontent te behoeden. Dat doe je allereerst door het ambachtelijke communicatiewerk met volle aandacht en kennis van zaken te doen.

Geef een reactie

Hoe kunnen we helpen?

Benieuwd wat we voor je kunnen doen? Meer weten over onze werkwijze? Stel ons je vraag!

Bel ons op 050 260 01 66

Geknipt voor jou

Welke boeken en blogs lezen we? Welke video's zijn echt meer dan het kijken waard? We hebben ze voor jou op een rijtje gezet.

Naar de bibliotheek