“Waarom hebben we nou niet één gemeentewebsite? Alle gemeentes zijn toch hetzelfde met hun aanbod? Waarom kiezen we niet één ontwerp, één techniek? Een pakket content en een homepage met een eigen sausje?” Dit soort uitspraken hoor ik vaker als mensen de Nederlandse kernwebsite bedoelen. Generiek gemaakt, dus goedkoper. Het lijkt zo logisch. Maar het is helemaal niet logisch. Eén generieke website – de kernwebsite – is namelijk een oplossing voor een probleem dat geen generieke ICT aanpak nodig heeft.
Centrale oplossingen uit Den Haag: geen garantie voor succes
Wat de discussie over één gemeentewebsite zo vertroebelt, is dat de gemeentelijke kernwebsite zo’n mooie gedachte is. Je kunt (mag?) er eigenlijk niet tegen zijn. Zeker als je weet hoeveel geld jaar in, jaar uit door elk van de gemeenten wordt besteed aan hun CMS en de selectie ervan. Het argument dat ik rond die kernwebsite steeds hoor: “We moeten niet in ieder gemeentehuis het wiel willen uitvinden.” (Dit was o.a. een een uitspraak in een overleg van VNG in 2013.)
Ik vind dat niet zo’n sterk argument. Inhoudelijk niet. Maar ook niet op basis van ervaringen uit het verleden. Vanuit Den Haag werden gemeenten de afgelopen jaren getrakteerd op allerlei centrale oplossingen. Denk aan:
- Ruimtelijkeplannen.nl
- Waterloket
- Regelhulp.nl
- Omgevingsloket Online
- VIND catalogus
In dat rijtje zie ik geen eclatante succesverhalen, jij wel? Bij veel van deze centrale loketten zijn de oplossingen door de technische en interne processen gestuurd. De overheidsorganisaties waar ik voor werk onderhouden vaak gewoon nog ‘eigen content’ omdat webbezoekers (hun klanten, de belastingbetaler, jij en ik) verdwalen in dergelijke centrale loketten.
Centrale oplossingen in gemeenteland: ook geen garantie voor succes
Het is en blijft ook ontzettend moeilijk om met gemeenten samen één site te bedenken. Al die goedbedoelde samenwerkingen werken als rem op innovatie van gemeentelijke websites. Snel veranderingen doorvoeren zit er gewoon niet in, geen geld, geen tijd, iedereen moet het willen, eerst consensus. Los daarvan, ik denk dat de trage besluitvorming van de groep helemaal niet meer past bij de wereld van nu waarin je je website snel moet kunnen aanpassen op de vraag van de buitenwereld. Dat lukt niet als je het eerst met zijn allen eens moet worden over een nieuwe functionaliteit.
We hebben in gemeenteland verder ook al afspraken over WOZ-loketten, sociale kaarten, WMO-loketten, lokale samenwerkingen en convenanten, berichtenboxen, MijnGemeente.nl, apps voor meldingen, websites waar anderen over mogen beslissen, websites van wethouders, websites in projecten met anderen en ga zo maar door. De weg vinden in dat oerwoud van loketten en apps en websites blijkt keer op keer het grootste probleem voor de buitenwereld. De kernwebsite lost dat probleem niet op. Sterker nog: het maakt het wellicht alleen nog maar ingewikkelder voor die bezoeker.
De kernwebsite is eigenlijk weer een digitaal loket met één techniek
Als we er met zijn allen niet zo goed uitkomen met ‘de ideale gemeentewebsite’, rijst de vraag wat men in Den Haag bedoelt met ‘dat wiel’ dat kernwebsite heet. Is het één CMS? Eén techniek? Eén set content? Het gaat de kamerleden Oosenbrug en Van der Linde om ‘de achterkant’, de ‘motor’ en ‘de techniek’. Dat belooft niet veel goeds.
In hun betoog maken ze de kernwebsite tot een soort digitaal loket waarbij ze aanmerken: “Alle pr- en andere toeristische informatie of andere delen van de gemeentewebsites, daar heb ik het niet over. Maar ik wil de dienstverlenende kant en de promotionele kant van gemeentewebsites uit elkaar halen, omdat veel gemeentewebsites nu gewoon te verschillend en onoverzichtelijk zijn.” Maar mevrouw Oosenburg! Dat is nou net het probleem, dat het afgelopen moet zijn met PR en promotie die dienstverlening in de weg staan. En al helemaal met de ICT obsessie rond dit onderwerp.
Het is en blijft dus bijzonder: we willen graag aan één oplossing werken, terwijl de praktijk uitwijst dat we in Nederland geen enkele centrale oplossing – voor zover mij bekend – tot succes hebben kunnen maken. Het blijft hangen in loketten die de pretentie hebben een oplossing te zijn. Voor problemen die vaak niet eens bestaan. En op een manier die de kwaliteit van websites verslechtert, in plaats van verbetert.
De ideale website is het resultaat van goede beslissingen
Wat we met zekerheid kunnen stellen, is dat de ideale of niet zo ideale website het resultaat is van allerlei andere processen achter de schermen. Processen die soms geen bal met het web te maken hebben. Wie wel of niet met elkaar door één deur kan. De erfenis van een aanschaf die al is gedaan, een belofte die is gemaakt, een formulierengenerator die door een ander is gekocht, een aanbesteding via de achterdeur, een contract dat niet ontbonden kan worden, de samenwerking die er nu eenmaal is. Dit allemaal gelardeerd met de constante neiging te zoeken naar consensus.
Het zijn ook die interne processen die het werk van een webverantwoordelijke zo ontzettend moeilijk maken. En die soms een niet zo geweldige website opleveren.
Voor de wereld van de webprofessional is de kernwebsite van Plasterk dus niet het antwoord. Vooral niet als de kernwebsite wordt teruggebracht als een ‘digitaal loket’ of ‘motor onder de website’. Met andere woorden: de kernwebsite is geen oplossing voor het probleem dat gemeentelijke organisaties ervaren. Het is weggegooid geld.
De ideale website met alle benodigde wielen bestaat al
Dat ik niet zoveel zie in die kernwebsite, wil niet zeggen dat we de websites van nu niet kunnen verbeteren. Echter, daar is geen landelijk opgelegde techniek of Totalkonzept voor nodig. We kunnen gewoon aan de slag gaan met de dingen die we al hebben afgesproken en gemaakt in Nederland. We kunnen ook stoppen met het contracteren van leveranciers die niet aan de vastgestelde eisen voldoen, dan blijven alleen de beste over. We kunnen ons laten leiden door de kennis die voorhanden is over online gedrag, ons laten inspireren door voorbeelden.
We kunnen groeien, leren. Van elkaar.
Frank Schaap – één van de beste en slimste webmensen die in gemeenteland rondloopt – legde me het zo uit:
“Waarom maken al die verschillende fabrikanten elk jaar weer al die verschillende modellen auto’s? Omdat ze denken dat ze het beter kunnen dan de ander, omdat ze net even een ander idee hebben over hoe het moet. En uiteindelijk worden auto’s er elk jaar weer wat beter van, over het geheel genomen. Toch kan iedereen in vrijwel elke auto wegrijden. Er zijn meerdere goede oplossingen en die zijn context gebonden.”
De uitgangspunten (of zullen we het ‘wielen’ noemen?) voor je ideale overheidswebsite bestaan al lang. Die hoeven echt niet bedacht of uitgevonden te worden in ieder gemeentehuis. Ik noem een paar:
- Bij alles wat je doet: de klant centraal (een wiel sinds 2006) Hoe lang zijn we daar al over eens? Met introductie Antwoord (c) in 2006 toch al een redelijke tijd. Sinds 1990 met BIOS II was de overheid al bezig met ICT daarvoor in te zetten. Dat wiel is dus ook al klaar, al vind ik persoonlijk dat de accenten niet goed liggen in dat programma, maar dat geeft niet. Het gaat erom dat de vraag van de klant leidend is. Het mooie is dat het in ieder bestuursakkoord of visiedocument staat, dus je hoeft als webprofessional ook echt niet in de organisatie te gaan leuren met dit onderwerp. (Ik zou zeggen: lekker laten gaan, informeer je collega’s vooral en doe wat je moet doen.)
- Webrichtlijnen regelen de toegankelijkheid voor iedereen (sinds 2004) Webrichtlijnen zorgen voor een website met perfecte bouwkwaliteit, robuustheid en veel meer ander moois. Je kunt met een toegankelijke website besparen op zoekmachineoptimalisatie; iedere zoekmachine werkt beter met toegankelijke content. Het goede nieuws: Webrichtlijnen zijn verplicht. Helpt ook als je aan de slag gaat met responsive sites. (Want laat ik eerlijk zijn: wie nog alleen op desktop gaat ontwerpen en bouwen is af.) Toegankelijkheid borgen door voldoen aan Webrichtlijnen is een prima te operationaliseren en te toetsen eis in iedere aanbesteding voor een nieuw CMS en iedere volgende fase in een project. (Nu hebben we Besluit digitale toegankelijkheid overheid.)
- Aandacht voor dienstverlening en toptaken (een wiel sinds de jaren ’80 vorige eeuw) helpen je de klant centraal te stellen Als je de klant centraal stelt, dan gaan we uit van de vraag van de klant. (Stond dat ook al niet al in je bestuursakkoord?) We zijn dus verplicht als overheidsorganisatie om degene die zich tot ons wendt zo snel mogelijk van een passend antwoord te voorzien. Dat kan aan de telefoon zijn, aan de balie. Maar dus ook op een website. Gerry McGovern spreekt en schrijft er al tientallen jaren over. In zijn laatste boek ‘The Stranger’s Long Neck’ uit 2010 legt hij uit hoe je dat doet en wat de opbrengsten van die methode zijn.
- Digitale loketten werken niet Ik schreef er jaren geleden al over de teloorgang van de PDC (producten- en dienstencatalogus). We weten veel meer van wat werkt en wat niet, hoe links, koppen, afbeeldingen en kleuren werken. We weten veel van online gedrag.
- Dominante taken op gemeentesite zijn bekend We weten ook wat de meest belangrijke taken zijn op de gemeentesites: afspraak maken, paspoort regelen, afvalinzameling, melding dat iets kapot is, openingstijden achterhalen. We weten bijvoorbeeld ook dat niemand anders dan ambtenaren zelf geïnteresseerd zijn in beleid en hoe het tot stand is gekomen.
- Kleine websites zijn beter dan grote Compacte websites zijn beter voor je klant, goedkoper in onderhoud en makkelijker te beheren. Ieder extra stukje tekst, content, voegt complexiteit toe.
- Iedereen profiteert van eenvoudig taalgebruik, geen jargon (een wiel sinds ik kan schrijven) Ik weet niet hoe lang de overheid al bezig is met eenvoudig en beter schrijven, genoeg om heel veel bureaus in leven te houden met het geven van trainingen, redactiewerk en schrijftrainingen. En om boeken te laten verschijnen zoals de Brievenbus van Mevrouw de Vries. Verder hoef je niet te verwachten dat inhoudsexperts veranderen in goed schrijvende webredacteuren, dus steek daar ook maar geen energie in.
- Open source (een wiel sinds begin deze eeuw) is de preferente optie voor de overheid Deze is ook bekend. Overheidsorganisaties mogen bij gelijke geschiktheid de voorkeur geven aan open source software. Ze worden zelfs daartoe aangemoedigd, maar het lukt nog niet altijd.
- Een webproject is geen ICT project (een wiel sinds er websites bestaan) Ooit vastgelopen in een webproject dat door ICT is ingericht? Iets opgeleverd dat toch niet goed werkte? Dan heb je geleerd dat het webproject om mensen draait, en niet om techniek. Techniek is belangrijk, maar faciliterend. En ondersteunend. Niet leidend. Dus ook niet voor de kernwebsite.
- Politici op je gemeentewebsite laten publiceren heet propaganda Gerry McGovern zegt het zo: “Giving control of a website to a government communicator is like giving a pub to an alcoholic.” Overheidswebsites moeten de vraag van de klant centraal stellen en niet zichzelf. Dat is ook zo door de RVD vastgelegd. Verder, het gaat niet over technologie of de content, het gaat om de doelen van de bezoeker. Relevante en bruikbare content op een website is het middel om dat te bereiken.
Dan nog wat andere kennis die we hebben en kunnen delen en toepassen:
- Digitale kloof Of we willen of niet, lang niet iedereen is digitaal vaardig. En de ouderen, die zijn soms veel handiger en vaardiger dan jongeren. Kijk maar eens in de publicaties van CFES van de Universiteit van Twente. Daar doen ze al jarenlang prijswinnend onderzoek naar de e-overheid.
- Lange weg te gaan in menselijk gedrag Digitale transacties werken in de regel alleen bij frequente, eenvoudige transacties. Een overheidswebsite is gewoon iets waar je niet zo vaak bent. Eens per jaar wellicht? Mensen gaan geen ingewikkelde dingen online regelen, zoals vergunningen en uitkeringen. Dat betekent dat je consequent mensen moet verleiden zaken online te regelen door alle drempels weg te nemen. De overheid die dat snapt en uitgebreid heeft onderzocht en naar handelt is GOV.UK. Meer weten? Lees hun Government Digital Strategy.
- Bestuurders hebben een veel te optimistisch beeld van wat ICT oplevert. Ik schreef over dat misplaatst optimisme in het eerste hoofdstuk van Het Geheim van de Overheidswebsite. Ze denken eerder in eenmalige investeringen in techniek dan in continue investering in systemen en processen waar mensen voor nodig zijn. Het denken in ‘goedkoop’ en ‘makkelijk’ is echt een lastig punt. Het is de taak van de webprofessional om de benodigde kennis toe te voegen zodat management en bestuur de juiste besluiten (kan) nemen.
- De overheid stelt zichzelf en niet de vraag van de burger centraal Dit schrijft de Raad voor het openbaar bestuur in 2013: “De Kamer moet […] de behoefte van burgers centraal stellen. Nu gaat het bij ICT te vaak en te veel over verbetering van de efficiëntie van de overheid en een goede bedrijfsvoering.” Lees hier het rapport ‘Van wie is deze hond’ van de Rob uit 2013. Daarin lees je dat de overheid structureel eigen processen centraal stelt.
- Reputatie en betrouwbaarheid Het gedoe rond DigiD is vers. Ook rond het EPD zijn de discussies niet van de lucht. Niet iedereen vertrouwt de overheid op het terrein van privacy en digitale veiligheid. Iedere overheidsorganisatie moet dus heel veel extra energie steken om mensen over de streep te trekken ‘alles online te regelen’.
Als de generieke kernwebsite rekening houdt met al het bovenstaande, dan hoor je mij niet meer. Tot die tijd kunnen de gemeenten alle bovenstaande kennis zelf probleemloos toepassen op hun huidige websites. Dat betekent ook: nu niet zitten wachten op een ander, die workshop, die brainstormsessie, het ideale moment, die samenwerking, die extra Fte, de goedkeuring van alles en iedereen. Nee, ga binnen je verantwoordelijkheid doen wat je moet doen.
GOV.UK: daar kan men in Nederland een voorbeeld aan nemen
En als we dan toch in termen van centrale aansturing zitten te denken, laten we het dan doen zoals ze het voor GOV.UK doen. Daar werkt men onder het motto: Digital services so good that people prefer to use them. Alles beschreven in hun Government Digital Strategy. Inspiratie nodig? Weten wat ik bedoel? Start dan je zoektocht en begin bij de mensen van GOV.UK. Ze schrijven uitgebreid over hun prijswinnend werk bij en voor Government Digital Services.
Dit zijn de design principles voor GOV.UK:
- Start with needs (user needs, not government needs)
- Do less
- Design with data
- Do the hard work to make it simple
- Iterate. Then iterate again
- Build for inclusion
- Understand context
- Build digital services, not websites
- Be consistent, not uniform
- Make things open: it makes things better
Wie het initiatief heeft gevolgd, weet dat deze principes en de strategie hebben geleid tot een groot succes. Te bewijzen met stevige besparingen. En nee, daar hebben ze niet ‘één kernwebsite’ bedacht. Juist niet! Mijn tip voor jou als webverantwoordelijke is als volgt: lees hoe zij het doen. En in ieder gesprek dat gaat over ‘wiel uitvinden’ en ‘één website voor alle gemeenten’, vraag even stevig door wat die ander bedoelt. Hou ook deze principes er even naast. Ben benieuwd of het dan nog steeds zo’n goed idee is.
‘Het wiel uitvinden’ of ‘leercurve doormaken’?
Mijn ideaal is niet de standaardwebsite, maar de methode. Mijn wereld is niet van nadoen, maar van kennisoverdracht. Het gaat om de goede dingen doen, op de goede manier om de goede reden. Dat doe je met professionals. Die werken niet op basis van regels (‘Dit mag niet!’), maar op basis van principes (‘dit is de reden’).
Ik werk niet met wielen, ik werk met leercurves. En ja, dat leren, dat moet plaatsvinden in ieder gemeentehuis. Pas als we weten wat we aan het doen zijn, komen we een stap dichter bij de ideale website waar iedereen van droomt.
Veel succes en plezier bij het voortdurende werk aan de ideale website. En vergeet niet je ervaringen te delen!
Ik kan me deels vinden in het bovenstaande verhaal qua gewenste lokale aanpasbaarheid, maar totaal niet bij de koppeling daarvan aan het feit dat een centraal loket een slecht idee is. Er zijn legio mogelijkheden om op 1 (technisch) platform nog steeds zaken te realiseren met een lokale look-en-feel. De winst zit er dan wel in dat gemeenten zich vooral op content (en configureerbare structuur) kunnen richten. Het noemen van enkele los gebouwde loketten die geen succes zijn, is totaal irrelevant. Dit zijn loketten die grotendeels vanuit departementen zijn opgezet en daarnaast hadden deze wellicht óók een stuk goedkoper kunnen zijn wanneer ze op 1 centraal platform gerealiseerd waren. Misschien moeten gemeenten niet alleen niet ieder voor zich het wiel uitvinden, maar ook niet allemaal hun eigen custom-car bouwen als ze ook op een lange trein kunnen instappen, met daarin een eigen coupé die naar smaak kan worden ingericht.
Overigens zou een centraal platform landelijk de beste besparing opleveren als alle gemeenten afstand doen van hun ‘ik ben anders’ idee en alle logo’s op dezelfde positie linksboven in de hoek komen met een vaste navigatie methode en layout (hooguit in de eigen kleurstelling).
Er zijn genoeg ervaren website professionals in dit land die in het scala aan gemeentelijke websites een basisvorm kunnen ontdekken en die zou dan gelijk kunnen zijn. Maar goed, gezien de belangen van alle verschillende leveranciers die bij een dergelijk initiatief uit de markt gedrukt zouden worden, komt dit er m.i. toch niet van. Dan heeft erover nadenken ook weinig zin.
Wat een verzameling goed onderbouwde en praktische adviezen!
Net als Joost blijf ik echter ook wat zitten met een conclusie als “Tot die tijd kunnen de gemeenten alle bovenstaande kennis zelf probleemloos toepassen op hun huidige websites.”. Dat is met dan weer wat te gortig. Want er is in mijn ogen wel degelijk een hoop te winnen door van gemeenschappelijke voorzieningen gebruik te maken zonder dat het meteen “1 overheidswebsite” moet worden. Wat dat betreft hebben de ministeries en een aantal manifestpartijen (in ieder geval aan de buitenkant) een aardige slag gemaakt toch?
Dankjewel Ad en Joost voor jullie reacties! Dank Ad ook voor je mooie compliment.
Ik lees vooral dat Joost nog wel heil ziet in een centraal loket. Ik ben benieuwd hoe dat er dan uit kan komen te zien. Joost: je sombere eindconclusie in de laatste alinea onderschrijf ik niet. Nadenken heeft wél zin. Stoppen met nadenken over een betere digitale dienstverlening door er één loket van te maken, dat lijkt me juist het probleem. Ik doe een pleidooi om stap voor stap te verbeteren door (van elkaar) te leren. Op twitter schreef Arjen van Leeuwen: “waarom de dingen blijven doen die niet werken in plaats van te leren van wat is geleerd!”
@Ad Ministeries hebben zeker een slag gemaakt. Zij hebben ook veel baat gehad bij het zorgen voor één herkenbare huisstijl, destijds onder Balkende. Daar was toen ook behoorlijk wat budget voor beschikbaar. Echter, gemeenten allemaal op één lijn krijgen is lastig. Ik heb in 2011 iemand van BZK op een congres horen spreken over ‘de ene gemeentewebsite’ en die zei: “Wij zijn niet de baas van de gemeenten. We kunnen hen niets opleggen.” Het is ook dat punt waardoor ik ben gaan nadenken over wat dan wél mogelijk is. Die zoektocht inspireerde me tot het schrijven van dit artikel.
Voor wat betreft het hergebruik van ideeën tot een ‘basisvorm’: natuurlijk zijn er gelukkig goede initiatieven, ideeën of aanvaarde principes die iedereen kan gebruiken. Logo links, heldere ingangen, toegankelijkheid, geen jargon, taakgerichte content. (Nou ja, zo’n beetje alles wat ik al heb beschreven in het artikel.)
Die principes zijn niet alleen voor gemeentewebsites van toepassing, ze gelden voor vrijwel iedere andere website. Deze principes kan iedereen dus ‘probleemloos toepassen’. Misschien niet allemaal op één dag en allemaal tegelijkertijd, maar wel stap voor stap. Dat is de uitdaging en de opdracht voor de webprofessional van nu. Voor fundamente verbetering van de webprestatie is geen kernwebsite nodig, maar een paar opgestroopte mouwen.
Overigens, veel aanbieders van techniek voor gemeentewebsite hebben al een soort van template, een bijna generiek model. Je ziet dat in dat opzicht veel gemeentesites op elkaar gaan lijken. Ik zie bijvoorbeeld dat de taakgerichte website van gemeente Best een inspiratiebron is geweest voor veel andere gemeenten een aanbieders van techniek.
@Ad Ja, er is zeker een grote verbetergolf merkbaar in gemeenten. Mensen willen het écht anders gaan doen, ze doen het anders en delen hun kennis. Dat merk ik iedere dag. Dus in dat opzicht deel ik je positieve conclusie, Ad. Er is een mooie slag gemaakt.
Mooi artikel! Ik moet in deze discussie altijd denken aan het programma e-formulieren van ICTU / Egem van een aantal jaar geleden. Daar werd een poging gedaan om een centraal systeem neer te zetten voor de digitale dienstverlening. Peter Mom heeft ooit eens uitgerekend wat uiteindelijk dat per formulier kostte, uit het artikel:
“Van 2005 tot 2010 heeft bij ICTU in opdracht van Binnenlandse Zaken en Economische Zaken het programma eFormulieren gelopen. Een door Logica gebouwde formulierengenerator moest jaarlijks 500 formulieren realiseren. Eerst in de vorm van per post in te sturen pdf’s, later zouden burgers centraal ook online formulieren kunnen invullen, die de gegevens dan doorstuurden naar de betreffende organisatie. Een consultant schatte de investering destijds op 10 à 15 miljoen. Het programma heeft slechts 57 formulieren voor gemeenten opgeleverd, vijftien voor provincies en elf voor waterschappen. Dit povere resultaat werd toegeschreven aan voortgeschreden techniek en inzicht.”
Het klinkt inderdaad heel logisch, doe het één keer goed, dan is het goedkoper. Maar dat in 1x goed doen is nog lastig zat (laat staan het dan ook nog in 1x goed doorontwikkelen).
Frank.. wat een voorbeeld. Die formulieren, wat een drama was dat ook! Ik weet niet of ik er blij (want bewijs!) of treurig (wat een hoop geld!) van moet worden. Ik moet er even van bijkomen nu..
Een ijzersterk verhaal Wiep. Ik blijf me keer-op-keer verbazen als het “idee” weer eens op-popt. Vanwaar die focus op de gemeentelijke websites? Omdat websites voor gemeenten enge, moeilijk te begrijpen en beheren dingen zijn? Waar ze eigenlijk niets mee te maken willen hebben maar wel iets mee moeten? Waar niemand verantwoordelijkheid voor lijkt te willen nemen?
Waarom komt er nooit iemand met het idee om al het andere gemeentelijke te centraliseren. Een soort van template voor de hele gemeentelijke organisatie?
Als er een gemeente een heel praktisch gemeentehuis heeft gebouwd, gaan we die gebruiken als uitgangspunt. Grotere of kleinere gemeente? Verdieping meer of minder, makkelijk zat. Allemaal dezelfde balies. Allemaal dezelfde interne systemen. Vergunningen zijn vergunningen, zaken zijn zaken, uitkeringen zijn uitkeringen, GBA is GBA, et cetera. Allemaal te centraliseren en standaardiseren, maar vreemd genoeg toch bij geen gemeente hetzelfde. Bij iedere gemeenten worden er tonnen (meer?) aan verslonden aan dat soort systemen en bijbehorende consultancy.
Daar valt echt heel wat meer winst te behalen dan juist bij dat ene medium dat anno 2013 nou net wèl het belangrijkste kanaal voor de burger is.
Dank voor je reactie. Je vergelijking is even hilarisch als treffend.
Het blijft vele male makkelijker om te praten over de manifeste website dan over de ongrijpbare processen erachter. Ik denk verder dat je een heel belangrijk punt hebt. Door het nadenken over ‘die ene website’ uit te besteden, gaan we wellicht ook het enge gesprek uit de weg met die interne stakeholders die hele andere dingen in gedachten hebben met een gemeentewebsite.
Ik wil zeker niet stellen dat stoppen met nadenken een goed idee is. Maar als niemand een centraal website platform (!!) wil, dan komt het er niet. Vooralsnog lijken zowel gemeenten als leveranciers het prima te vinden dat er heel veel verschillende sites zijn, met bijbehorende kosten. Met dat als geaccepteerde randvoorwaarde is wat in dit uitgebreide blog beschreven is, inderdaad het hoogst haalbare. En dat is geen somber beeld, gelukkig. Helemaal mee eens dat het verder wel de goede kant op gaat.
Maar ik blijf een droom houden die nog verder gaat. 😉
Ah, ik geloof dat ik je nu beter begrijp 🙂 Iedere gemeente kan zelf de leverancier(s) kiezen die bij ze past. Je hebt grote, kleine, techniekgestuurde en klantgestuude organanisaties. Je hebt leveranciers om de hoek en leveranciers uit andere landen. Gemeenten kunnen ook zelf bepalen wat ze uitgeven. Ik zag in de jaren budgetten van enkele tientallen duizenden euro’s tot en met tonnen voorbij komen.
Maar er zijn er inmiddels niet zo veel aanbieders (bouwers) hoor. En die ik ken, hebben vrijwel allemaal een soort standaard ontwikkeld die je als gemeente kunt laten aanpassen. Ook de inkooporganisaties waarin groepen gemeenten zich hebben verenigd werken met één template.
Het is pas sinds kort (sinds Best denk ik) dat nieuwe websites vanaf de grond werden opgebouwd en de dingen fundamenteel gingen veranderen. Het is ook sinds die tijd dat steeds meer gemeenten met andere ogen naar hun huidige website kijken. Dat digitale loket, dat is opeens niet meer passend. Al dat nieuws op de homepage, dat kan gewoon niet meer. Die eindeloos lange teksten over alle soorten paspoorten, dat staat in de weg. De dingen gaan nu veranderen. Geen ‘repeated redesign’ (met je oude content in een nieuw jasje) maar serieuze verbeteringen in digitale dienstverlening.
De slimme gemeentes die willen besparen kijken niet naar de leverancier hoeveel korting die geeft, maar veranderen fundamenteel hun beheer, webmanagement en webgovernance.
En voor de rest.. ik ben benieuwd naar jouw droom!
Wiep Hamstra vat het naar mijn mening heel mooi samen met de zin: “Voor fundamentele verbetering van de webprestatie is geen kernwebsite nodig, maar een paar opgestroopte mouwen.”
Enkele jaren geleden was het fenomeen Veelgestelde Vragen plots hot en dachten veel gemeenten het Ei van Columbus te hebben gevonden om het gebrekkige beheer te maskeren. Ook het zogenaamde E-loket is nooit echt een hit geworden. Als de onderwerpen in je loket zo belangrijk zijn, waarom zet je ze dan niet direct op je homepage?
Het laatste toverwoord in overheidsland is nu de kernwebsite, die voornamelijk oneindige discussies zal opleveren van wat daar nu wel en niet op moet komen te staan. Klinkt als een uitgebreid E-loket……nou lekker hoor! Kan iemand mij vertellen waar we de rest dan gaan neerzetten? Nog een website erbij….nee toch?!
Alles kan prima in één site. Gewoon je meest gezochte onderwerpen vooraan zetten, doen ze in de meeste winkels ook al jaren. Een (voor gemeenten) gratis Custom Search Engine van Google doet overigens ook wonderen om je bezoeker snel iets op je site te laten vinden. Schijnt dat veel mensen daar uitstekend mee uit de voeten kunnen 😉
“Waarom moeilijk doen, als het makkelijk kan!”