Stel, je laat een huis bouwen en het moet binnen drie maanden af zijn. Wat doe je dan? Je gaat natuurlijk op zoek naar bouwvakkers. IJzervlechters, timmerlui en dakdekkers. Opschieten en snel een beetje. Weet je wat? Je neemt ongezien honderd metselaars in dienst en je vraagt of ze allemaal hun eigen stenen meenemen. Dat scheelt tijd! Binnen een paar maanden een prachtig huis. Hier een deur en daar een raam. Dit wordt prachtig!
Nee. Natuurlijk doe je dat niet. Zo bouw je geen mooi huis.
We zoeken een architect, een opzichter, een werkvoorbereider en alleen de allerbeste bouwvakkers. We weten precies wat we willen. Hoeveel kamers, waar de voordeur is en of de kinderwagen wel makkelijk over de drempel kan. We snappen ook meteen dat het huis binnen drie maanden nog niet bewoonbaar is.
Bij een nieuw huis letten we op alles. De toegang, het geheel en de details. Het geld. De planning. Overzicht. Logisch toch?
Niet zo logisch
Maar deze bouwlogica is meestal geheel verdwenen als we een overheidswebsite bouwen. We gaan met de content aan de slag alsof we honderd metselaars ongezien inhuren.
Want als we ‘het CMS moeten vullen’, dan gaan we liever met een hele groep overbezette en moeilijk te motiveren collega’s aan het bouwen en schrijven. We consulteren voor de zekerheid nog even onze inwoners wat er op de website moet komen, we gaan weer het wiel uitvinden en nadenken over een goede naam voor onze producten en diensten. We downloaden nog wat documenten uit Den Haag, zuchten en kreunen bij zoveel uitgangspunten en eisen. We achtervolgen de ambtenaren ‘om content los te krijgen’ en kijken vervolgens toe hoe we met veel te veel mensen met veel te weinig regie een site maken die niet communiceert, niet toegankelijk is en een nachtmerrie is om te onderhouden met een afgeknepen bezetting.
Zo moet het niet en zo mag het ook niet. We leveren zo sites op die niet goed werken.
Het goede nieuws
Kan het anders? Ja natuurlijk. Betere websites liggen voor iedereen onder handbereik. Je kunt echt met weinig mensen en relatief weinig middelen een goede site bouwen. Als die mensen maar de tijd krijgen om het goed te doen. Als de inkoop goed geregeld is. En als er vooral een goede contentstategie, het grote plan, onder ligt. En als er iemand de baas is. Eén persoon en niet allemaal een beetje en toch niet.
En voor iedereen die liever bouwopzichter is van een paar vakmensen dan coördinator van honderd metselaars, heb ik vijf adviezen voor betere content:
Ga nooit je content automatisch migreren tenzij je tijd over hebt
Ooit een geslaagde migratie van content meegemaakt? Ik hoor het graag. En met geslaagd bedoel ik: een migratie die voor een prettige en toegankelijke website heeft gezorgd. Eentje waarbij alle links kloppen, betekenisvol zijn, met alt-tags, goede koppen, goed gemarkeerd, alles volgens de Webrichtlijnen.. dat wordt toch lastig geloof ik!
Alle pagina’s moeten tenslotte honderd procent toegankelijk zijn, foutloos natuurlijk en voorzien van relevante content. Je leest het goed. Alle pagina’s moeten kloppen. Alle automatisch gemigreerde pagina’s moet je handmatig bewerken. Allemaal. Stuk voor stuk. Eén voor één.
Breng je site in kaart en weet wat je in huis hebt
Het werk begint met het analyseren van je oude site. Waarom moet je alles beoordelen? Ooit een verhuisbedrijf je volle vuilnisbak en je oude doorgezakte bank met hondenharen mee laten verhuizen? Nee. Je inventariseert wat je hebt en dan weet je wat je nodig hebt.
Weggooien van content is pas moeilijk als je niet weet wat er verstopt zit in de site. De inventarisatiefase is niet geliefd, wel belangrijk. Door je site helemaal uit te pluizen, weet je exact wat je hebt aan content en van wie het afkomstig is. Je eigen planning wordt nu een heel stuk duidelijker.
Tachtig procent kan wel weg en je merkt er niets van
Wat is er makkelijker te onderhouden. Een website met 300 pagina’s of eentje met 3.000 pagina’s? Ik noteer ook maar weer mijn favoriete citaat* “Small websites are easier to manage than big ones. Since this is obvious, why don’t more website choose to be smaller?”
Ook hier geldt een belangrijke regel. Twintig procent van je informatie is in tachtig procent van de gevallen relevant. En sinds er webstatistieken bestaan en er een balie is met telefoon in ieder gemeentehuis, heb je binnen een dag ontdekt wat je belangrijkste content moet zijn. Zo. Dat scheelt pas echt tijd!
Het wordt nu tijd voor een goede webstrategie en een strak concept. En dan volgt later die nieuwe content. Dat kost tijd! Maar hé, die tijd voor nieuwe content had je toch al gereserveerd, want je moest al je oude pagina’s die anders gemigreerd werden uitpluizen. Dat kost toch ook heel veel tijd. Die tijd heb je nu bespaard. Toch?
Maak het inzichtelijk, want dat maakt je werk zichtbaar
Weinig mensen weten wat een webredacteur doet. En meestal weet het management van een organisatie dat al helemaal niet.
Het idee dat webcontent bestaat uit de stappen: schrijven – herschrijven – publiceren is net zo gangbaar als onjuist. (Om maar niet te spreken van het idee dat webteksten maken zoveel is als knippen en plakken.)
Voor webcontent mag je gerust nog wel tien tot vijftien stappen extra noteren. Bedenken – inventariseren – analyseren – overleggen – schrijven – herschijven – overleggen – herschrijven – corrigeren – publiceren – met HTML prutsen en opmaak verwijderen – testen – taggen – testen – illustreren – testen – linken – publiceren – en… archiveren!
Voor een beetje webtekst ben je zo een paar uren onderweg. Vergeet de regels voor toegankelijke teksten volgens de Webrichtlijnen ook niet.
Probeer dit uit in de praktijk, met wat nieuwe pagina’s in je eigen organisatie en maak een berekening. Hoeveel uren heb je in je project, hoeveel mensen en wanneer moet je leveren? Reken terug en noteer hoeveel pagina’s je kunt maken. Aha! Daar komt die twintigprocentregel, jouw inventarisatie en je plan heel goed van pas.
Er kan maar één persoon de baas zijn en dat ben jij
De rijdende rechter zegt het ook. “Dit is mijn oordeel en daar moet u het mee doen.” De rechter is de specialist en die is rechtvaardig. Mr. Frank Visser is sympathiek, hij luistert naar iedereen en zorgt ervoor dat in de geest van de wet wordt gehandeld. Wees ook zo’n meneer Visser als je goede content voor je site wil. Geen ellenlange discussies met contentleveranciers over nut en noodzaak van zo lang mogelijke juridische teksten. Daar zit natuurlijk geen enkele bezoeker op te wachten! Ken je bezoeker, bedien je bezoeker. Wees specialist, hou de regie en handel daarnaar.
Maar hoe nu verder?
Ik hoor je nu bijna denken: maar dit kan niet. Dit is belachelijk veel werk en daar heb ik geen tijd voor. En dit zijn nog maar vijf adviezen van die Wiep. Dat kan. Maar nu komt het.. dit is je werk! Iedereen die betere websites wil maken (en wie wil dit niet), moet zich verdiepen in de kracht van content en hoe die voor je kan werken. Wees specialist, word dr. Frank Visser én architect én uitmuntend metselaar, allemaal in één persoon. Het kan. Jij kunt het. Want het werkt in iedere organisatie, dus ook in de jouwe.
* Het citaat is van David Hobbs, genoemd in het boek Content Strategy for the Web van Kristina Halvorson.